Na het vertrek van Olaf de Ronde eind 2016 is Jesse Bouma aangetrokken om onze vloot te onderhouden. Een deeltijdafspraak, want daarnaast heeft hij een eigen houtbewerkingsbedrijf in Haarlem. En nu wordt het echt tijd Jesse aan alle leden voor te stellen. Maar eerst een stukje historie.
Meer dan een eeuw geleden kende De Amstel al bootslieden in loondienst. Hun voornaamste taak was het assisteren van de leden bij in- en uitbrengen van de vaak zware overnaadse boten, het schoonmaken, het drogen van de wherrykussens, kleine reparaties en schuren en lakken. Een extra fooi konden ze scoren bij klusjes voor de in de haven gemeerde particuliere boten.
In 1936 kwam Arie Adams als bootsman in dienst. Zijn ambitie ging verder dan de genoemde dienstbaarheden. Hij had als meubelmaker al ervaring in het maken van kano's. Hij wist het Bestuur te overtuigen in die crisistijd dat het zelf bouwen voor de club beslist lonend was. Het concept van zijn platbodemkano werd getransformeerd naar de platbodem skif. En een jaar later lukte het hem een "overnaedsche dubbeltwee met stuurman" te bouwen. Vanaf die tijd tot 1986 bouwde hij jaarlijks en perfectioneerde naar gladde houten boten.
Zijn opvolger Ruurd van der Schuur zette dat voort maar de balans verschoof langzaam naar het kopen van kunststof. En het onderhoud en reparatie werd zijn deel. Zo ook bij Olaf de Ronde die begin deze eeuw Ruurd opvolgde. En nu? Alles wordt nieuw gekocht. Slechts enkele houten boten resteren, deels uit nostalgie. Voor de bootsman anno 2017 dus veel reparatie en onderhoudswerk.
Als kind was hij al gefascineerd door de werkplaats van zijn Friese opa. Al snel ontwikkelde hij zich tot de klusjesman in huis. Waar zijn vader met twee linkerhanden er niet uitkwam mocht Jesse aan de slag. Van fietsreparatie, huishoudelijke mankementen tot houtbewerking. En wat je vaker ziet, echt dapper studeren in de schoolbanken was minder zijn ding. De stap naar het meubileringscollege (fijne houtbewerking) lag dan ook voor de hand. In de vele stageplekken die nu eenmaal bij een praktijkgerichte opleiding horen kwam o.a. de billardfabriek Wilhelmina voorbij, maar ook de werkplaats van Het Spaarne. Veel leerde hij bij botenbouwer/werf Bouwmeester aan de Diemerzeedijk. Daar wordt zowel met (klassiek) hout als epoxy-woud als andere kunststoffen gewerkt.
Na zijn opleiding en het neuzen in veel oude handboeken durfde hij de stap aan om als ZZP'er onder de naam BOUMA-houtwerk de markt op te gaan. Aanvankelijk met de klus in de woonkamer, maar later veelal op locatie. Daarbij bleef de band met de werkplaats van Het Spaarne goed in beeld. En daar vernam hij o.a. het aanstaand vertrek van Olaf. Nadat het contact was gelegd heeft het Amstelbestuur hem na enige tijd onder respectering van zijn ZZP status gecontracteerd op basis van gewerkte uren. Regulier overleg tussen Hans Vendrig (comm. vloot) en Jesse bepaalt de werkvoorraad en aanpak. Grofweg is Jesse daar 50% van zijn tijd mee bezig. Prima balans tussen zijn eigen klussen, vaak in de buitenlucht en hier overdekt en verwarmd.
Ach weet je, soms lijkt het wel een fietsenstalling. Die komt met een lekke band, daar moet een snelbinder op en die opoefiets heeft geen voorlamp. Dat is het gros van de reparaties aan boten ook. Puntballetje, spantje, huidreparaties, dolletje, schuren en lakken. Kortom geen nieuwbouw maar onderhoud en reparaties. Soms hout en vaak kunststof. Ook niet verkeerd maar hout blijft kicken. En ik heb veel steun aan een paar vrijwilligers. Pem weet veel. Afstellen b.v. heb ik nog niet onder de knie. Gelukkig kan ik ook altijd terecht bij Het Spaarne. Ik heb nog niet meegemaakt dat ik ergens niet uitkom. En nog iets belangrijks. Als ZZP leer je efficiënt met je tijd omgaan. Ik maak altijd iets zover af dat ik er de volgende dag, na een nacht drogen en uitharden, mee verder kan.
Waarom De Amstel? Toeval?
Misschien. ik heb altijd veel gehad met boten. Niet dat ik zelf vaar of roei. Ja een paar keer met een wherry over het Spaarne, maar daar blijft het bij.Â
Je bent nu drie kwartalen aan de slag. Wat vind je van De Amstel?
In vergelijking met andere clubs hangt hier een gemoedelijke sfeer. Weinig poeha. Gaat wel lekker soepel. Bij voorbeeld het algemeen tutoyeren. En er is best veel schade. Mag ik niet over klagen want het is mijn werkgarantie, maar soms vraag je je af hoe ze met het materiaal omgaan.
Je staat bijna altijd alleen in de werkplaats. Word je niet gek van die stilte?
Ach, dat valt best mee. Ja, veel alleen, maar ik krijg aanspraak genoeg. En ik doe ook veel in de loods. Slepen met boten is vaak niet nodig. En dan zit je tussen de roeiers.
Heb je nog tips of vragen aan de leden?
Ik kan altijd handdoeken of ander katoen gebruiken. Poetsdoeken kom je altijd tekort. En verder, stap gerust binnen om kennis te maken.
En zo is de vloot zichtbaar in kundige handen. Jesse, succes!
Peter de Graaf